India is een land met veel gezichten, en dat geldt helemaal voor het noorden. Op deze reis neemt Niels van Beers je mee op een fascinerende reis door de noordelijke bergachtige deelstaat Kashmir & Jammu. In Kashmir & Jammu krijg je in Kashmir te maken met de Islam, en in Zanskar en in Ladakh met het boeddhisme. En dat alles tegen de schitterende achtergrond van de Indiase Himalaya.

Woelig Kashmir

Vanuit Delhi vliegen we naar Srinagar, de hoofdstad van Indiaas Kashmir. Er bestaat ook een Pakistaans Kashmir, en dat is een groot deel van het probleem dat er nog steeds tussen beide landen bestaat. De Kashmiri zijn moslims en hadden logischerwijs bij de scheiding bij Pakistan terecht moeten komen. Persoonlijke belangen en een complexe geschiedenis zorgden er echter voor dat Kashmir in tweeën gehakt werd. Nog steeds zijn de grenzen tussen beide delen soms het toneel van schermutselingen. En er zijn natuurlijk Kashmiri’s die strijden voor aansluiting bij Pakistan. Maar de situatie in Kashmir is momenteel rustiger en stabieler dan het vele jaren is geweest: je kunt goed en veilig reizen door deze regio, al beperken we ons wel tot de hoofdstad Srinigar, waar we in zogenaamde House-boten op het Dalmeer zullen overnachten, en het mooie groene berggebied rond Sonamarg. 

De afgelegen Zanskarvallei

Na Sonamarg voert de weg verder omhoog en komen we op hogere vlaktes terecht. Hier zijn we ineens in boeddhistische streken, met weidse kale berglandschappen, hier en daar mooi gelegen kloosters. Eerst duiken we de tot voor kort moeilijk toegankelijke Zanskarvallei in. De wegen worden inmiddels beter dan vroeger, maar nog steeds komen hier maar weinig reizigers, terwijl het toch zo ontzettend mooi is. Het bergstadje Padum zal onze uitvalsbasis zijn. Daar maken we het weinig bezochte maar nog zeer authentieke boeddhistische Sani Festival mee. En we maken een mooie wandeling door de fraaie bergen, met als einddoel het bijzonder tegen de rotsen aangelegen Pukhtal klooster.

Verstild boeddhisme in Ladakh

We verlaten de Zanskarvallei langs dezelfde weg waarover we gekomen zijn, en reizen Ladakh binnen. Het boeddhisme hier is verwant met het nabijgelegen Tibet, en daarom wordt Ladakh ook wel Klein Tibet genoemd. We brengen onder andere een bezoek aan de boeddhistische kloosters van Lamayuru en Alchi. We strijken neer in het onvolprezen Leh, de hoofdstad van Ladakh. De hooggelegen stad herbergt natuurlijk mooie oude brokkelige stadswijken, gevleid tegen de rotswanden, maar inmiddels ook een moderne winkelstraat, waar druk geflaneerd wordt. Heerlijke stad om doorheen te dwalen, te zwerven en te ontdekken.

Een bezoek in de hele vroege ochtend aan het bij Leh gelegen Thiksey klooster is misschien een van de hoogtepunten van de reis. Hier wordt door jonge monniken de dag aangeblazen, terwijl de zon de hoogvlakte onthult.

Nubravallei

Vanuit Leh steken we nog de extreem hoge Khardung La bergpas over - de hoogste berijdbare pas ter wereld (5310 meter) - om een meerdaags bezoek te brengen aan de uitgestrekte Nubravallei. Dit is de Himalaya op zijn best: weidse landschappen en kristalheldere luchten. We volgen de Shyok-rivier bijna tot aan de grens met Pakistaans Baltistan. Na een paar dagen keren we weer terug in Leh, dan het definitieve eindpunt van deze fraaie reis.

Al met al een zeer gevarieerde reis, en we hopen natuurlijk dat je meegaat!