Dag 1 Amsterdam - Delhi
Een lange vluchtdag naar Delhi, waar we rond middernacht aankomen.
Dag 2 Delhi
Vandaag is een dag om te acclimatiseren, maar Delhi is natuurlijk ook een stad om je meteen helemaal in onder te dompelen. Uiteraard duiken we de stad in, en heeft Niels zo zijn eigen adresjes om aan je te laten zien. Op het programma staan in ieder geval de oude stad, de Qutab Minar ende Humayun Tombe.
Dag 3 Delhi - Srinagar
We gaan ervan uit dat we kunnen boeken op een rechtstreekse vlucht van Delhi naar Srinagar, en die is midden op de dag, een korte vlucht maar. Eenmaal in Srinagar komen we al snel op het Dal-meer terecht. We zullen de komende dagen op een zogenaamde houseboat gaan logeren. Dit zijn grote houten woonboten, die deels nog dateren uit de tijd van de Britten. We boeken boten die wat verder van de stad liggen, echt in de rust van het meer. De tochtjes er heen en ervandaan op kleine bootjes, zogenaamde shikara’s, op menskracht aangedreven zijn telkens een heerlijk rustpunt. We hebben drie nachten hier, dus is er volop tijd alles op je gemak te bekijken.
Dag 4 Srinagar
Maar we gaan natuurlijk niet stil zitten: deze ochtend gaan we alweer heel vroeg uit de veren. Als het nog donker is stappen we weer op shikara’s en varen in het donker af. We gaan een oud ritueel meemaken, van markthandel te water. In alle vroegte komen boeren uit de omgeving met hun oogst naar de watermarkt toe, en verhandelen hun waar. Hoelang men dat op deze manier zal blijven doen, kan je je afvragen. Het zijn de ouderen die dit in stand houden. Het is magisch als je door het donkere water glijdt en ineens de eerste boeren uit het donker hoort opduiken.
Terug op de houseboat nemen we even rust rond de middag, en gaan pas in de loop van de middag op pad om de oude stad van Srinagar te verkennen. Hier tref je veel oude huizen en een mooie gerestaureerde moskee. Veel levendigheid is wel uit het centrum verdwenen, omdat het ook vaak een broeinest van Kashmirse opstanden is geweest, en er dus altijd een stevige militaire aanwezigheid is. Srinagar is de hoofdstad van Kashmir, en speelt een centrale rol in de geschiedenis van Kashmir.
Dag 5 Srinagar
Vandaag is er meer tijd om het leven rondom de boot te verkennen, en ook de mooie Moghul-tuinen van de stad. Ook kunnen we een fraai gelegen kasteel boven de stad bezoeken, met mooi uitzicht het Dal-meer. Srinagar ligt in de uitlopers van de Himalaya, op zo’n 1600 meter hoogte, maar wordt al omgeven door hoge bergen. Het uitzicht is dan ook spectaculair.
Dag 6 Srinagar - Sonamarg
Op ons gemak maken we de niet te lange tocht naar Sonamarg. Dat ligt wel alweer een stuk hoger, op zo’n 2800 meter hoogte. Sonamarg betekent Gouden Weide, en de naam verwijst naar de glooiende uitlopers van de bergen waar het tegenaan ligt. Iets hogerop kom je nog in dichte naaldbossen terecht, en de omgeving leent zich uitstekend voor wandelingen, en kleine ontmoetingen met de lokale boerenbevolking.
Dag 7 Sonamarg
Vandaag gaan we echt de natuur in, we gaan wandelen in de omgeving van de Thajwass gletsjer en het dorp Nilgrad. Hier zal je zeker ook lokale toeristen tegen gaan komen, maar dat hoort erbij, het is een van de meest geliefde plekken van Kashmir. We nemen een picknick mee en keren pas weer tegen de avond terug in ons hotel in het dorp.
Dag 8 Sonamarg
Vandaag keren we enigszins terug in de richting van Srinagar, maar nemen we een afslag om op zoek te gaan naar de ruïnes van de tempel Naranag, in de gelijknamige vallei. Hier maken we weer een uitgebreide wandeling door de bossen, ideaal om de omgeving echt op je in te laten werken. Ook nu nemen we weer een picknick mee.
Dag 9 Sonamarg - Kargil (2870 m)
Kargil, op de grens van Kashmir en Ladakh, ligt maar op zo’n 125 kilometer van Sonamarg. Toch hebben we er zo’n vijf uur voor nodig om hier te komen. Dat geeft al aan dat we meer op afgelegen routes terecht komen. Om in Kargil te komen moeten we ook een hoge bergpas oversteken, de roemruchte Zogila-pas, de grens met Ladakh. De vergezichten terwijl je langzaam omhoog kronkelt zijn ronduit spectaculair!
Dag 10 Kargil - Padum (3500 m)
Vandaag een wat langere reisdag dan gisteren, ongeveer negen uur. De weg ‘s ochtends leidt vrijwel alleen maar omhoog, verder de Zanskarvallei in. Rond het middaguur komen we aan in Rangdum. Het ligt op zo’n 3670 meter hoogte, met alleen de weidse natuur om je heen.
In de middag rijden we nog eens een uur of vier. Dat brengt ons naar het iets lagergelegen Padum, waar we logeren in een comfortabel lokaal hotel.
Dag 11 Padum
Padum zal de komende dagen onze uitvalsbasis zijn voor het Sani Festival, dat plaatsvindt in het gelijknamige klooster zo’n zes kilometer buiten Padum.
Padum, Sani Festival
Van heinde en verre komt de bevolking van Zanskar, maar ook van ver daarbuiten, op het jaarlijkse festival van het Sani-klooster, het oudste klooster van Zanskar, af. Veelal in traditionele kledij, kleurrijk en devoot. Er vinden religieuze plechtigheden plaats, maar er zijn ook traditionele maskerdansen, en er is heel veel traditionele muziek. Het festival duurt twee volle dagen en is het voornaamste festival van Zanskar. Dé gelegenheid dus om te zien wat het boeddhisme betekent in het dagelijkse leven van de lokale bevolking!
Dag 12 Padum - Pukhtal klooster - Purne
Vandaag trekken we weer de natuur in, en wandelen naar het beroemde Pukhtal-klooster toe, in de afgelegen Lungnak-vallei. De Pukhtal Gompa, zoals hij officieel heet, ligt prachtig tegen de rotsen aangeklemd, en is de enige tempel die alleen nog maar te voet bereikt kan worden. Gezien het festival van gisteren zijn we misschien niet de enigen die dit doen, maar dat maakt het ook speciaal. Vanaf ons startpunt Purne, waar we eerst naartoe rijden, duurt de wandeling naar Pukhtal ongeveer heen en terug ongeveer vier uur, en we zullen ter plekke in een guesthouse in Purne overnachten. Voor wie de wandeling teveel lijkt is het mogelijk rust te nemen in Purne natuurlijk.
Dag 13 Purne - Padum
Vandaag doen we het ’s ochtends rustig aan in Purne en keren daarna terug naar Padum, en daar brengen we misschien nog een bezoek aan een of twee kloosters, Karsha en Stongdey, waar we eerder vanwege het festival misschien geen tijd voor hadden.
Dag 14 Padum - Lamayuru
Een nieuwe weg kronkelt nog verder omhoog de bergen in, en via de imposante Songe La bergpas - 5091 meter hoog - trekken we vandaag het echte Ladakh binnen. We rijden door verstilde landschappen, langs fraai gelegen kloosters en natuurlijk de Indus, hier al een fikse bergrivier. We strijken als eerste neer in het bergdorp Lamayuru, in een gezellig guesthouse met uitzicht op het Lamayuru klooster aan de andere kant van de klif. Probeer de avond- of ochtendrituelen mee te pakken als dat kan, het klooster is nog in gebruik.
Dag 15 Lamayuru - Alchi - Likir - Leh (3520 m)
De ochtend doen we nog rustig aan in Lamayuru, dat ook een rustiek boerendorp is. Daarna rijden eerst een stuk omlaag om uit te komen in de vallei van de machtige Indus. Het eerste doel vandaag is het kloostercomplex van Alchi, laaggelegen in de vallei. Dit is juist een van de oudste kloosters van Ladakh, maar nauwelijks nog als dusdanig in gebruik. Toch komt de lokale bevolking hier wel degelijk nog om te mediteren en de ommegang te maken met de bidwielen, een rustgevend tafereel. De fresco’s van het klooster dateren terug tot de 11de eeuw, reden waarom het nu meer als museum fungeert dan als actief klooster.
En route naar Leh, in de middag, brengen we ook nog een bezoek aan het Likir-klooster. Het ligt op een kleine heuvel midden in de hier brede Indus-vallei, zoals alle kloosters van Ladakh ziet het er echt uit als een Tibetaans klooster, wat hier meer opvalt vanwege de vrije ligging. Net als Alchi dateert het uit de 11de eeuw, maar is altijd in gebruik gebleven en officieel de zetel van de Ngari Rinpoche, die de jongere broer is van de Dalai Lama.
Tegen de avond komen we dan aan in Leh. Na al die kleine dorpjes in de bergen, verstilde kloosters en het weidse landschappen zal het als een drukke stad voelen. Het ligt op 3500 meter hoogte in een weidse hoogvlakte. Grote delen van het jaar, met uitzondering van de zomer, is het alleen per vliegtuig bereikbaar. Leh werd in de 16de eeuw een belangrijke handelspost op de zijderoute, op handelswegen van Kashmir en India richting Yarkand en Kashgar aan de andere kant van de Himalaya en de Karakoram bergketen.
De stad zelf wordt nu gedomineerd door het verlaten negen verdiepingen hoge paleis op de top van de heuvel. De oude stadswijken daaronder zijn flink verkruimeld, maar er worden nu ook restauratiewerkzaamheden verricht. Aan de voet van de oude stad ontwikkelt zich nu de nieuwe stad, inclusief twee grote winkelstraten die uitkomen bij de belangrijkste moskee en de belangrijkste boeddhistische tempel, die vlak bij elkaar liggen. 80% van de bevolking is boeddhist, en ongeveer 15% moslim. Die laatste groep groeit wel aan kracht, mede dankzij financiële steun uit Iran.
Dag 16 Leh
Vandaag gaan we weer eens vroeg uit de veren: we rijden in het donker naar het even buiten de stad gelegen Thiksey-klooster. Het heeft een grote gemeenschap (leerling)monniken, en het is een van de mooiste plekken om de ochtendrituelen van een klooster mee te maken. Als je je rustig en respectvol gedraagt mag je gewoon aanschuiven in de zaal voor het ontbijt, en de ochtendgebeden meemaken. Ook heb je kans dat je hier ziet hoe men zandmandala’s maakt. Niet te missen is het moment rond zonsopkomst, waarop twee jonge monniken het dak op gestuurd worden om de dag aan te blazen op hun traditionele schelphoorns.
Op de terugweg naar Leh kunnen we nog korte bezoeken brengen aan de beroemde kloosters van Hemis en Shey. ’s Middags is er tijd om te relaxen dan wel door de drukke bazaar van Leh te zwerven.
Dag 17 Leh
Een vrije dag in Leh. Volop tijd om door de oudere delen van de stad te zwerven en over de bazaar en natuurlijk ook om het oude paleis te bezoeken.
Dag 18 Leh - Khardung La-pas - Sumur
Voor wie houdt van de spectaculaire landschappen is de Khardung La bergpas niet te missen. Dit is met 5359 meter de hoogste pas die je met een auto kunt oversteken. Het asfalt loopt tegenwoordig tot ongeveer enkele honderden meters onder de top. Het laatste stuk blijft piste. De vergezichten zijn spectaculair. Ook een gemakkelijke manier om een persoonlijk hoogterecord te scoren natuurlijk. Daar moet je dan wel enige benauwde momenten voor over hebben, want je gaat echt merken dat de lucht hier ijler is. Rustig aan doen boven op de pas, en als je afdaalt keert je adem gewoon weer terug. Dat afdalen doen we aan de andere kant: de Nubravallei in.
We komen de vallei in op het punt waar ongeveer de rivieren de Nubra en de Shyok samenvloeien. Weidse hoogvlaktes, veel water en in de verte besneeuwde bergtoppen van rond de 7000 meter hoogte. We strijken neer in een tented camp in het plaatsje Sumur, waar we twee nachten zullen blijven.
Dag 19 Sumur
We nemen de tijd om de omgeving wat verder te verkennen. We gaan onder andere naar de Samstanling Gompa en naar de warmwaterbronnen.
Dag 20 Sumur - Turtuk
We volgen de rivier de Shyok zo’n 120 kilometer noordwaarts, met de stroom mee. Dat brengt ons naar het noordelijkste puntje van de vallei, dicht bij de grens met Pakistan. Het dorpje Turtuk hoort eigenlijk al bij Baltistan, en de inwoners zijn dan ook van oudsher Balti, die de cultuur van Baltistan graag hooghouden. De vallei van de Shyok maakt hier een bocht naar het westen en komt dan uit in Pakistaans Baltistan. Hopelijk krijg je ook kans kennis te maken met de kruidige Baltische keuken. We logeren in een klein lokaal hotelletje, met prachtige uitzichten rondom.
Dag 21 Turtuk - Leh
Vandaag rijden we dezelfde weg terug waarlangs we zijn gekomen, maar de vergezichten zijn toch weer nieuw. Na nog een adembenemende oversteek van de Khardung La bergpas keer je tegen de avond terug in Leh.
Dag 22 Leh - Delhi
De vlucht naar Delhi vertrekt normaal gesproken heel vroeg in de ochtend vanuit Leh. Daarom hebben we in Delhi nog een daghotel geboekt. De dag is ter vrije besteding in de stad, en de vlucht terug naar huis vertrekt midden in de nacht.
Dag 23 Delhi - Amsterdam