Dag 1 Amsterdam - Erbil
Avond: kennismaking en samen dineren terwijl Judit vertelt over haar leven in Koerdistan, en de reis. Bayan Rasul schuift aan, een vriendin van Judit en Nederlands-Koerdische arts die vertelt over haar leven en werk.
Dag 2 Erbil, citadel, Joodse wijk, Ainkawa
Wandeling door de voormalige Joodse wijk van Erbil en de citadel, wandeling door en diner in Ainkawa met een van Judit’s vrienden.
Erbil is de hoofdstad van Iraaks Koerdistan, die sinds de val van Saddam is uitgegroeid tot ‘het Dubai van Irak’. De citadel, die gerestaureerd wordt, is de oudst bewoonde plek in de regio (al sinds 6000 BC). Erbil is een van de weinige plaatsen in de regio die nog herkenbare resten heeft van een Joodse wijk. Judit heeft hier vijf jaar gewoond.
Hoewel de citadel gerestaureerd wordt, is het mogelijk om erdoor te lopen en een aantal van de gerestaureerde gebouwen te zien. Bovendien is hier de enige souvenirwinkel van Koerdistan in een tapijtenmuseum, gerund door een kennis van Judit.
Aan de voet van de citadel ligt de Qaisary bazaar van Erbil, die altijd druk en levendig is. Daarnaast ligt de voormalige Joodse wijk, de Jewlakan, die na het vertrek van de Joden in de jaren vijftig is overgenomen door moslims. Veel huizen zijn nog eigendom van de oorspronkelijke eigenaren. Helaas is de wijk in staat van verval, maar het geeft een indruk van hoe de Joodse wijken er in De Joodse Bruid uitgezien moeten hebben. De wijk speelt een rol in De Joodse Bruid.
We drinken Iraakse thee met een zogenoemde Benjew, een Koerd met Joodse wortels, zoals die voorkomen in De Joodse Bruid. Deze vriend van Judit zal ons vertellen over zijn wortels, en hoe er in Koerdistan tegen die afkomst wordt aangekeken.
Erbil is nu een moderne, internationale stad, met een vliegveld, winkelcentra, hotels en meer dan een miljoen inwoners. Veel mensen die Bagdad ontvluchtten vestigden zich hier, en veel christenen uit heel Irak kwamen (onder meer op de vlucht voor ISIS) naar de christelijke wijk Ainkawa.
In deze wijk woont Judits christelijke tolk en vriend Rabi Habash, met wie ze verhalen over Iraakse christenen en ISIS maakte. We ontmoeten hem daar voor een avondmaaltijd.
Dag 3 Erbil - Al Qosh - Duhok
Naar Duhok. Bezoek aan de resten van de synagoge in Al Qosh, bezoek aan vluchtelingendorp, overnachten in Duhok.
Al Qosh is zo’n 2500 jaar oud, een christelijk stadje dat werd bewoond door Joden. Hier ontdekte Judit de resten van een synagoge, die haar inspireerden tot het schrijven van De Joodse Bruid. Het is de enige synagoge waarvan nog aanwijsbaar iets over is in Koerdistan, die een belangrijk bedevaartsoord was vanwege het graf van de profeet Nahum.
Al Qosh is een stadje met stegen en oude huizen, waarvan een deel zover is opgeknapt dat ze bewoonbaar zijn. Het speelt een rol in De Joodse Bruid.
We bezoeken een kerk waar de resten van Nahum naartoe zijn verhuisd, en het zevende-eeuwse klooster van Rabban Hormizd hoog in de berg boven Al Qosh.
Duhok is de derde stad van Iraaks Koerdistan, een handelsstad met een drukke bazaar. Het ligt in een vallei en heeft een promenade langs de rivier met cafés, chaikhana’s en nergila-cafes.
Het is ook de stad waar de meeste van de bijna 2 miljoen vluchtelingen en IDP’s hun toevlucht vonden die tot 2017 in Koerdistan waren; hier zijn de kampen van yezidi’s.
Zoals bij Sharya, waar journalist Khidher Domle woont en de opvang organiseerde. Hij is een van Judits oudste vrienden in Koerdistan. We bezoeken met hem het dorp waar nog steeds veel vluchtelingen wonen en horen van hem over het lot van de yezidi’s, zoals Judit dat ook beschreef in De vrouwen van het kalifaat.
Dag 4 Duhok - Lalesh - Akre - Shaklawa
Bezoek aan Lalesh, via de eeuwenoude plaats Akre naar Shaklawa voor de nacht.
Lalesh is de heiligste plek van het Yezidi geloof, dat nog een kleine minderheid in Koerdistan aanhangt. Yezidi’s behoren tot de oudste volkeren in de regio. Hun aantal krimpt in Iraaks Koerdistan, deels vanwege emigratie als gevolg van dreigingen van extreme moslims die de Yezidi’s zien als duivelsvereerders. De tempel, die deels in de berg ligt, wordt jaarlijks door duizenden bezocht. De plek is zo heilig, dat alle bezoekers alleen blootsvoets worden toegelaten.
Daarna bezoeken we Akre, dat ooit een levendige Joodse gemeenschap had. De oude stad heeft er nog de sporen van, en het plateau boven de stad dankt zijn naam er zelfs aan. We lopen er door de oude straatjes en over de markten en drinken thee bij een chaikhana.
Voor de overnachting rijden we naar Shaklawa, een toeristisch stadje dat vooral Arabieren uit de heetste streken van Irak trekt omdat het vanwege de ligging tegen de bergen lekker koel is. Sinds de invasie van ISIS is Shaklawa veranderd: veel Arabisch-Iraaks ontheemden vonden hier onderdak en bepalen het straatbeeld. Shaklawa verkoopt de beste honing, noten en fruit uit de omgeving.
Dag 5 Shaklawa - Gali Ali Beg - Dukanmeer - Suleymania
Bezoek aan de kloof van Gali Ali Beg, en danvia het meer van Dukan naar Sulaymaniya,ontmoeting met oud-voorzitter bestuur IMCK Parwa Ali, (of oud-voorlichter Dilzar Arif) tijdens diner en waterpijp.
We rijden naar de uiterste punt van Koerdistan, waar nabij het drielandenpunt waar Irak, Iran en Turkije elkaar ontmoeten zich het ravijnlandschap van Gali Ali Beg bevindt, de Koerdische equivalent van de Grand Canyon,met in het voorjaar diverse watervallen.
Het is een toeristische trekpleister, die ook op een van de Iraakse bankbiljetten staat. Maar Judit kan er ook politiek het nodige over vertellen, want de Turks-Koerdische verzetsorganisatie PKK heeft niet ver hier vandaan een belangrijke basis.
We rijden verder naar het meer van Dukan, voor een boottocht en een rustig moment aan het meer, een van Judits favoriete plekken, waar ze vaak met vrienden urenlang doorbracht.
Sulaymaniya was de stad waar Judit arriveerde, in april 2008. Ze trok met haar twee katten in de eerste verdieping van het pand dat ook het door haar op te richten mediacentrum huisde. De leiding van het IMCK is sinds eind 2012 overgedragen, het instituut verhuisde en geen van de personen uit Mijn Iraakse Familie werken er nog.
We maken een namiddagrit door Sulaymaniya langs plekken uit haar boeken: de locatie van het mediacentrum, de restaurants van Sarchinar, de bazaar, de heuvel van Goran (veranderingspartij) en het Sarayplein.
Voorzitter van het bestuur van het mediacentrum was Parwa Ali, en zoals beschreven in Mijn Iraakse familie waren er ook gezellige picknicks samen. Na Judits vertrek uit Sulaymanya werd ze lid van het Koerdische parlement voor de oppositiepartij Goran.
Judit raakte bevriend met toenmalig voorlichter Dilzar Arif van Gali Kurdistan, die inmiddels werkt als onafhankelijk consultant. Met (een van) hen delen we de avondmaaltijd.
Dag 6 Suleymania, exursie Barzinje, Penjwin en Azmar
Dagtocht naar Barzinje, een dorp met een soefi heiligdom, en daarna Penjwin, eindigend op Azmar voor aan einde-middag picknick.
Barzinje is jaarlijks het toneel van een religieus festival, waar soefi’s in trance raken en zich door wangen, armen en andere lichaamsdelen steken. Op een normale dag is het een slaperig stadje in een mooi berglandschap, met een moskeetje dat een pelgrimsplaats is voor soefi’s.
Judit heeft er een zwak voor sinds haar bezoek aan het festival met de bevriende fotograaf Yahya Barzinji (uit Mijn Iraakse Familie), die inmiddels in de VS woont.
Penjwin is een stadje op de grens met Iran. Haar twee boeken komen hier bij elkaar: Neurinks ex-medewerker Sam uit Mijn Iraakse Familiekomt er vandaan, en De Joodse Bruidspeelt er deels.
Sam werkt nu bij IRC (de International Rescue Committee) voor vluchtelingen uit Syrië en Irak; de vlucht van de laatste groep houdt verband met de dreiging van ISIS. Hij kan veel details geven over de opvang van de vele vluchtelingen in Koerdistan.
De rit terug naar Sulaymaniya gaat door schitterende natuur en bergen, met veel stops voor foto’s. Hij eindigt op de top van Azmar, op Judits favoriete plek voor een picknick met uitzicht op de stad Sulaymaniya.
Dag 7 Suleymania, Rode Gevangenis - Koya - Erbil
Ochtendbezoek Rode Gevangenis, door naar Koya, en eindigend in Erbil.
De Rode Gevangenis staat symbool voor de onderdrukking van de Koerden. Het voormalige hoofdkwartier van Saddams geheime dienst werd verbouwd tot een museum dat een goede indruk geeft van het lijden van de Koerden onder de Iraakse dictator.
We verlaten de stad en rijden naar Koya, lopen daar door de oude stad en de voormalige Joodse wijk. Koya was een van de steden waar veel Joden woonden, tot ze begin jaren ’50 massaal vertrokken. Toen Judit onderzoek deed voor De Joodse Bruid, ontdekte ze dat in Koya nog veel mensen uitkomen voor hun Joodse wortels.
Voor we Erbil binnenrijden, gaan we eerst naar Salahadin, op de heuvel boven de stad, waar de top van de leidende KDP ressorteert; en waar veel inwoners van Erbil naar toe vluchtten toen in augustus 2014 ISIS op 30 kilometer van de stad kwam.
Tijdens onze laatste avondmaaltijd samen ontmoeten we Akram Jbouri, een van Judits vrienden (uit Mijn Iraakse Familie), over het leven van een Arabische burgers in Koerdistan.
Dag 8 Erbil - Amsterdam
Laatste dag, vrije ochtend en een vroege lunch samen, vertrek naar het vliegveld rond 13.00 uur
Kort voor vertrek naar het vliegveld lunchen we nog samen in de christelijke wijk Ainkawa, die dichtbij het vliegveld ligt.