Dag 1 Amsterdam – Teheran
’s Middags vertrek je uit Amsterdam (dames met hoofddoekjes om, want je vliegt met Iran Air), om ’s avonds laat (lokale tijd) aan te komen in Teheran, de hoofdstad van Iran.
Dag 2 Teheran
Teheran is nu niet direct een stad om op het eerste gezicht verliefd op te worden. De stad is vooral heel erg groot, er wonen tussen de 10 en 12 miljoen mensen, en ontbeert een echt hart. Je kunt hier eindeloos veel tijd verliezen met van plek naar plek te reizen. De bazaar, het oude hart van de stad zou je kunnen zeggen, ligt in het laag gelegen zuiden van de stad, terwijl wie meer mondain wil shoppen, en in een hip theehuis terecht wil komen, in het hoog gelegen noorden van de stad moet zijn. Hier woont de elite van Iran, op de eerste hellingen van het Alborz-gebergte, met zijn met sneeuw bedekte bergtoppen van rond de vierduizend meter hoogte. Zomers is het hier dan ook veel koeler dan in her zuiden van de stad, waar het stof van de woestijnachtige omgeving tot in iedere porie lijkt door te dringen.
Om niet te veel tijd te verspelen, kan je deelnemen aan een excursie. Op die manier kan je een bezoek brengen aan de voormalige paleizen van de in 1979 verdreven Sjah Reza Pahlavi en zijn bijna even beroemde vrouw Farah Diba. Deze vind je uiteraard in het noorden van de stad. De paleizen liggen in een uitgestrekt park, en de diverse gebouwen bevatten nu diverse musea. Het meest bijzonder is het Witte Paleis, de vroegere zomerresidentie van de Sjah. Even verderop ligt een ander
paleis, het Niyavaran Paleis. Hier breng je een bezoek aan het Sahebqerameh, het werkpaleis van de Sjah. Prachtige vertrekken, met veel mooie schilderijen, en eigenaardigheden als een tandartspraktijk, een Engelse pub en een gouden telefoon. In de wachtkamer foto’s van bijzondere bezoekers: Mao Zedong, Hitler, Queen Elizabeth II, Richard Nixon en Kemal Atatürk, voorwaar een bijzonder gezelschap.
Als de tijd het toestaat kan je eventueel ook een bezoek brengen aan het Nationale museum, met kunstschatten uit de lange geschiedenis van Perzië en Iran. Ook het Golestan Paleis, nabij de bazaar is de moeite van een bezoek waard, net als de drukke Imam Khomeini Moskee, de belangrijkste van de stad.
Dag 3 Teheran - Mashad
Vandaag gaat de reis echt beginnen. In alle vroegte ga je naar het chaotische treinstation van Teheran, om in de dag trein naar Mashad te stappen. Die doet er, insjallah, ongeveer 12 uur over om Mashad te bereiken. Treinen in Iran zijn over het algemeen redelijk rustig en comfortabel. Een relaxte manier van reizen dus. En je kunt de hele dag genieten van de fraaie landschappen buiten. Eerst bergen aan je linkerhand, later vooral veel woestijnen en weidse lege landschappen, slechts af en toe doorbroken door een stop in een stadje. In de avond kom je dus aan in Mashad, waar je op weg naar je hotel even langs de feeëriek uitgelichte moskeeën zult rijden, om alvast goed in de sfeer van dit pelgrimsoord te komen.
Dag 4 Mashad
Mashad betekent zoveel als stad van de martelaren. De stad is ontstaan rondom het mausoleum van Imam Reza, een nazaat van de profeet Mohammed, die in het jaar 817 stierf. Hij is de centrale Imam in het geloof van de Shi’ieten, die geloven dat de leiders van het geloof altijd de nazaten van de profeet zouden moeten zijn, in tegenstelling tot wat Soennieten geloven. Jaarlijks komen er meer dan twaalf miljoen pelgrims naar het enorme complex van moskeeën, mausolea en musea, het Astan-e Qods-e Razavi. Als niet-moslim ben je overigens maar beperkt welkom in dit complex. Normaal gesproken kan je op het terrein rondlopen, en bijvoorbeeld de musea en de gigantische Islamitische boekhandel bezoeken, maar ben je niet welkom in de moskeeën, laat staan bij de schrijn van Imam Reza. Een enkele keer kan je echter geluk hebben dat je wordt uitgenodigd om toch een blik naar binnen te werpen, maar evengoed kan je het treffen dat je helemaal van het terrein wordt geweerd. Normaal gesproken kan je overigens in Iran alle moskeeën bezoeken, mits je kuis gekleed bent, maar dat moet natuurlijk toch al.
Als er belangstelling voor is kan er ook nog een uitstapje naar het dorpje Tus worden gemaakt, waar je het mausoleum vindt van één van ’s lands meest geliefde dichters: Ferdosi. Aansluitend kan je dan neerstrijken in het pittoreske bergdorpje Torqabeh, waar het altijd vijf graden koeler is dan in Mashad, en waar dan ook veel Mashadi’s heen gaan om ’s avonds in één van de vele restaurantjes te eten.
Dag 5 en 6 Mashad – Tabas – Kerman
Twee reisdagen staan er nu op het programma. Je steekt dwars door de woestijn, en ervaart de enorme weidsheid van het land. Eerst reis je door de Dasht-e Kavir woestijn, en, na Tabas, door de Dasht-e Lut. Tabas zelf is een echte oasestad met palmbomen, en een klassieke park (de Bagh-e Golshan), zoals je ze wel vaker tegenkomt in Iraanse steden, vol met tropische planten, vijvers en watervallen. Tuinkunst is één van de klassieke Iraanse specialiteiten. Tot slot vind je in Tabas nog de ruïne van een 11-de eeuws fort.
Dag 7 Kerman, excursie Bam en Mahan
Kerman is ook een echte woestijnstad. Bijzonder hier is de klassieke overdekte bazaar, de Bazar-e Vakil. Slechts één kilometer lang, is deze bazaar weer onderverdeeld in verschillende ‘wijken’ met verschillende disciplines. Prachtig is ook de Hamam-e Ebrahim Khan, een traditioneel badhuis, dat echter, helaas, alleen voor mannen te bezoeken is. Maar je kan hier wel heerlijk stomen en massages krijgen. Misschien een goed idee voor aan het eind van deze dag, wanneer er een mooie excursie weer opzit. Eerst reis je ’s ochtends af naar Bam, dat op 27 december 2003 nog getroffen werd door een gigantische aardbeving, met maar liefst 26.000 slachtoffers. De stad is nog steeds in wederopbouw. En de gigantisch Arg-e Bam, de burcht waar de stad beroemd om is, heeft ook gigantisch te lijden gehad van de aardbeving. De lemen burcht was natuurlijk altijd al kwetsbaar, en is voor een groot deel ingestort, nadat er de jaren daarvoor juist zoveel restauratiewerkzaamheden waren verricht. Evengoed zal je zien dat het nog steeds een indrukwekkende site is.
Op de terugweg naar Kerman stop je nog in Mahan, waar je een bezoek brengt aan het Aramgah-e Shah Ne’matollah Vali: het mausoleum van een beroemde Sufi derwisj, en zeer aangenaam en mooi monumentaal gebouw. Ook in Mahan breng je een bezoek aan de Bagh-e Shahade, een 19de eeuws park dat als een groene oase dient, te midden van de omliggende woestijn. Uniek te zien hier is het traditionele systeem van fonteinen, die slechts werken op natuurlijke waterdruk. Als de zon ondergaat heb je vanaf het theehuis prachtig zicht hierop.
Dag 8 Kerman – Shiraz
Na deze dagen voornamelijk in woestijnachtig gebied geweest te zijn kom je nu eindelijk weer in wat groener contreien. Als je Kerman en de berg Hezar achter je laat is het land nog dor, in de buurt van de zuidelijke uitlopers van het Zagrosgebergte wordt het wat groener, zeker in het voorjaar. Je komt nu langzaam aan in het centrale bergland van Iran, het territorium ook van de nomaden, die hier nog steeds leven. In het voor- en naseizoen, kan je grote groepen tegenkomen, meestal in volgepakte vrachtwagens, met huiswaar én veestapel, op weg van hun winterverblijf naar de hoger gelegen weidegronden, of omgekeerd. Aan het eind van deze mooie route kom je aan in één van de twee vroegere hoofdsteden van Iran: Shiraz.
Dag 9 Shiraz
Vandaag neem je de tijd om deze historierijke stad te verkennen. Het is de hoofdstad van de provincie Pars, ofwel Perzië, wat al aangeeft dat je hier in het hart van de Perzische cultuur zit. Geliefde dichters als Hafez en Sa’di hebben hier hun mausolea, die druk bezocht worden door Iraniërs uit het hele land. Meer religieuze Iraniërs komen echter voor het tweede belangrijkste heiligdom van het land, het mausoleum van Shah-e Cheragh. Anders dan in Mashad mag je hier als buitenstaander normaal gesproken wel bij de schrijn komen, die in een van typisch Iraans spiegeltjesmozaïek voorziene ruimte ligt. Bijzonder is ook de sfeer van verering die hier hangt, en die je dus ook van dichtbij kunt meemaken.
Er is nog meer te bezoeken in Shiraz, een fort, tuinen, moskeeën, maar misschien moet je hier vooral lekker rondzwerven door de bazaar. Shiraz profiteert van zijn ligging temidden van uitgestrekt bergland. Nomaden uit de bergen komen hiér hun boodschappen doen, en komen hiér ook hun eigen zelfgemaakte spullen verkopen. Voor wie daar oog voor heeft zijn er prachtige authentieke kleden en andere gebruiksvoorwerpen te vinden.
Dag 10 Shiraz - Persepolis - Zein-o-din
Vandaag ga je vroeg op pad, want er staan een paar hoogtepunten van de Perzische geschiedenis op het menu: Naqsh-e Rostam, Persepolis en Pasargade.
Vanuit Shiraz rijd je eerst naar Persepolis zelf, de stad van Darius en Xerxes, namen van koningen die wij vooral uit de Griekse geschiedenis kennen, als tegenstanders van de Grieken, en in het bijzonder van Alexander de Grote, die de Perzen uiteindelijk wist te verslaan. Dat neemt niet weg dat de Perzen natuurlijk een veel groter rijk regeerden dan de Grieken. Van hun oude hoofdstad Persepolis, die door Alexander de Grote met de grond gelijk werd gemaakt, is helaas niet heel veel bewaard gebleven. Eigenlijk kan je nu alleen nog delen zien van het eens immens grote en indrukwekkende paleizencomplex. Tegen de achtergrond van een heuvel rees dit complex uit boven de lager gelegen stad, en moet er imposant uitgezien hebben. Kijk maar eens naar de monumentale trappen, de Apadana-trappen, die naar de paleizen leiden: hier zie je de vele volkeren afgebeeld die aan de Perzische koningen schatplichtig waren. Ieder volk is herkenbaar in beeld gebracht, te herkennen aan hun nationale klederdracht. En al deze gezanten brengen kostbare geschenken mee, om aan de Perzische koningen te geven en zo hun ondergeschiktheid aan hen te onderstrepen. Centraal in deze voorstelling vind je de symbolen van de Zoroastrische god Ahura Mazda: een gevleugelde zonneschijf, geflankeerd door twee leeuwen met mensenhoofden. Aan deze god ontleenden de Perzische koningen hun macht.
Eenmaal op het plateau waar vroeger de verschillende paleizen lagen zie je her en der nog restanten van zuilen, zoals de enorme zuilen van het Paleis van de 100 Zuilen, die gekroond werden door kapitelen van griffioenen met adelaarskoppen.
Na de bezichtiging van de paleizen rijd je eventjes om naar Naqsh-eRostam, een verticale rotswand, waarin de graven van de grote koningen waren uitgehakt, hoog boven de grond, en onbereikbaar voor rovers. Ook hier weer veel voorstellingen van Ahura Mazda. In de uitgehakte grafkamers werden slechts de botten van de koningen bewaard. Naar goed Zoroastrisch gebruik waren de koningen eerst in de open lucht gelegd, om door adelaars kaal gevreten te worden.
Fascinerend is de Kaba Zartosht, groot vierkant uit de bodem gehakt blok, waarvan niet zeker is waar hij voor gediend heeft. Wellicht was het een vuurtempel, maar er staan ook inscripties op uit de veel latere Sassanidische periode.
Vervolgens ga je weer rijden. Weidse hoogvlaktes nu, met links en rechts kale heuvels. Een korte stop maak je nog bij Pasargade, waar je het graf, een klassieke sarcofaag, van Cyrus de Grote kunt bewonderen.
Na een bergpas, daal je weer af naar de randen van de woestijn. Ooit liep hier een zijtak van de Zijderoute. Getuige daarvan is de caravanserai van Zein-o-din, waar je zelf in zult overnachten. Geen luxe accommodatie, maar wel heel erg sfeervol. Hier kan je de geschiedenis aan den lijve ervaren.
Dag 11 Zein-o-din - Yazd
Op weg naar Yazd, een prachtige woestijnstad, maken we eerst een stop bij de Zorastrische vuurtempel van Ateshkadeh. Centraal in de cultus van Ahura Mazda stonden de zon en het vuur. Iedere tempel had een vuur dat eeuwigdurend brandend werd gehouden. Men zegt dat het vuur in deze tempel al sinds het jaar 470 na Chr. Aan het branden is, reden waarom Zoroasters van over de hele wereld (al zijn dat er niet heel veel meer) hier ter pelgrimage komen. Meestal mag je even binnen in de tempel een kijkje nemen. Vlak hier in de buurt liggen de twee Torens van Stilte: twee kleine heuvels waar Zoroasters hun overledenen bovenop legden om door adelaars opgegeten te worden.
Hedendaags Yazd is een levendige woestijnstad. In het oude gedeelte van de stad vind je nog traditionele huizen met zogenaamde badgirs, een hoge opbouw op de huizen, die elk zuchtje wind de huizen in zuigen. In het huis daalt de lucht en strijkt langs een waterreservoir, waardoor het verder afkoelt. Traditionele airconditioning dus.
Daarnaast heeft Yazd prachtige moskeeën. De belangrijkste daarvan is de Jami (of vrijdag-)moskee. De entree wordt geflankeerd door twee hoge smalle minaretten, en leidt naar een fraaie binnenplaats. Vlakbij ligt de Bogheh-ye Seyed Roknaddin, een mausoleum met een prachtige blauwe koepel. Niet altijd is deze open, maar meestal is de sleutelbewaarder niet ver weg. En als hij je binnenlaat, laat hij je meestal ook op het dak, waarvandaan je een schitterend uitzicht hebt op de oude stad met zijn minaretten, en de omgeving van de stad. Aan de ene zijde verliest het land zich wazig in de woestijn, aan de andere kant steken kale bergen fel af tegen een kraakheldere blauwe lucht.
In de oude stad vind je ook fraaie oude badhuizen. Sommige kan je nog gebruiken als badhuis, andere zijn omgebouwd tot restaurant.
Dag 12 Yazd – Isfahan
Noordwaarts verlaat je Yazd en volgt nog even de weg langs de woestijn. Bij Na’in, de pistachehoofdstad van Iran, neem je de weg de bergen in. Lunchen doe je waarschijnlijk onderweg ergens bij een klein ‘wegrestaurantje’ onder dunne populieren, aan een klein stromend beekje. Er zijn veel van dit soort plekken hier. Aan het eind van de middag kom je dan aan in Isfahan, de mooiste van alle Iraanse steden.
Dag 13 en 14 Isfahan
Begin 16de eeuw verscheen Isfahan eigenlijk op het toneel. Het was de nieuwe dynastie der Safavieden. De eerste Safavidische koningen verdreven de Mongolen uit Perzië, en Shah Abbas I, ook wel Shah Abbas de Grote genoemd, die in 1587 aan de macht kwam, verdreef de Ottomaanse Turken. Hij was het ook die Isfahan tot zijn glorieuze hoofdstad maakte. Deze glorieperiode duurde misschien nog geen eeuw, maar de architectuur, kunsten en tapijten uit die periode werden nooit meer geëvenaard.
De stad getuigt daar nog steeds van. Imposant is het Imam Plein, waaraan het paleis van Shah Abbas ligt, het Ali Qapu paleis, dat nu als museum is te bezoeken. Recht daar tegenover, aan de andere lange zijde van het plein ligt de zogenaamde vrouwenmoskee. Enigszins verscholen, blijkt zij van binnen met prachtig geel en blauw tegelwerk versiert te zijn. Het verhaal gaat dat er onder het plein door een gang was, waardoor de vrouwen van het paleis naar deze moskee konden gaan, zonder door vreemden gezien te worden. Deze Sheikh Lotfollah moskee, zoals hij heet, heeft in tegenstelling tot de meeste Iraanse moskeeën noch een binnenplaats, noch een minaret. Sober gebouwd, maar prachtig uitgevoerd. Bijzonder is ook de lichtinval door nauwkeurig geplaatste lichtschachten. Zij zorgen dat de mozaïeken telkens weer onverwacht prachtig uitgelicht worden.
Het hele plein is omringd door arcaden, waaronder in de schaduw vele winkeltjes, tapijthandels, kruideniers en kapperszaken schuil gaan. Het plein zelf is schaars beplant en heeft diverse vijvers met fonteinen.
Aan de zuidzijde van het plein ligt het mooiste monument van Isfahan, de indrukwekkende Imam Moskee. Via een rijk met mozaïeken gedecoreerde entree, die 45 graden gedraaid ligt ten opzichte van het plein, kom je op een klassieke binnenplaats, omringd door vier zogenaamde iwans, ondiepe met een boog bekroonde nissen. Alles overdekt met fraai blauw tegelwerk. Als je omhoog kijkt zie je de imposante turkooisblauwe koepel van de moskee. Van binnen heeft deze koepel een goudkleurig rozenpatroon tegen een donkerblauwe ondergrond.
Een laatste moskee die we willen noemen is de vrijdagmoskee, de Jami Moskee. Absoluut fascinerend is deze grootste moskee van het land. Ooit was hier waarschijnlijk al een Zoroastrische tempel, maar het waren de Selçuken, Turken dus, die hier voor het eerst een grote moskee bouwden in de 11de eeuw. Sinds die tijd is de moskee in iedere periode uitgebreid, gerestaureerd, vernieuwd etc. Resultaat is nu een boeiende tocht door de geschiedenis van de Iraans moskeearchitectuurgeschiedenis. Hier moet je echt de tijd voor nemen, om het op je in te laten werken.
Isfahan heeft niet alleen moskeeën, maar is een levendige stad die volop bij de tijd is. Ga ´s avonds maar eens wandelen over één van de monumentale bruggen over de ondiepe Zayandaneh-rivier. Hier zie j jongelui flaneren op zijn Iraans: het flirten gaat zeer subtiel, maar het gebeurt niettemin. De theehuizen in de bruggen zijn ook al een bezienswaardigheid met hun barokke inrichting vol met snuisterijen.
Verder kan je in Isfahan volop op souvenirjacht, in de grote bazaar, de Bazar-e Bozorgh, die zijn hoofdingang heeft aan de noordzijde van het Imamplein. Modernere winkels vind je hoofdzakelijk langs de Chahar Bagh Abbasi straat. Daar vlakbij vind je ook het Abbasi Hotel, vol ouderwetse grandeur, met een prachtige rustige binnentuin, waar je prima terecht kunt voor een kopje thee. Achter het Abbasi Hotel liggen de parken waar Chahar Bagh Abbasi straat naar genoemd is. Hierin ligt nog één monument dat je echt niet mag missen: het Chehel Sotun Paleis. Van oorsprong een 16deeeuws paleis, is wat je nu ziet de gebouwd in 1706. De fresco’s die de wanden bedekken, zijn prachtig, en beelden alle grote triomfen af van de Perzische Sjahs tot dan toe. Fascinerende taferelen, boordevol details, waar je uren op zou kunnen studeren.
Dit alles betekent dat je de twee dagen die we voor Isfahan hebben uitgetrokken ondergedompeld zult worden in schoonheid. Een stad om nooit te vergeten.
Dag 15 Isfahan – Kashan
Het is dan misschien ook met een licht gevoel van spijt als je Isfahan verlaat. Op de een of andere manier zal je voelen dat je aan de terugreis bent begonnen. Er komen echter nog een paar interessante stops. Je rijdt de bergen weer uit, en komt weer terecht op de weg langs de woestijn. Toch keer je nog even terug de bergen in, voor een korte wandeling in het aarderode dorpje Abyaneh. Het rood van de lokale leem contrasteert bijzonder met het groen van de populieren en het blauw van de lucht. Een welkome afwisseling na de dagen in de stad. Je blijft hier echter niet, je rijdt door naar Kashan.
Dag 16 Kashan
Hoewel kleiner dan Yazd, is Kashan zeker ook een interessant woestijnstadje. Het staat bekend als een van de meer religieuze plaatsen van het land, maar daar merk je niets van. De kleine bazaar is vriendelijk, en je kunt een bezoek brengen aan een paar koopmanshuizen uit de Khajarenperiode, eind 19de eeuw. Bijzonder zijn de buiten de stad gelegen tuinen van Fin, een van de mooiste van het land, met een aangenaam theehuis ook. Zoals alle historische tuinen in Iran, was ook deze ontworpen als een spiegel van het paradijs. Vandaar ook altijd de aanwezigheid van stromend water en fonteinen. Op de weg terug naar de stad kan je even een stop maken bij het kleine pittoreske mausoleum Shahzadeh-ye Ibrahim. ’s Avonds kan je eten in een omgebouwd oud badhuis.
Dag 17 Kashan - Teheran via Qom
De laatste etappe van je reis door Iran drukt je nog even met je neus op de meer recente geschiedenis van het land, die onlosmakelijk verbonden is met de Iraanse revolutie van 1979. De revolutie werd in gang gezet door de terugkeer van de gedurende 20 jaar verbannen Ayatollah Khomeini. Hij was het die de corrupte Sjah Reza Pahlavi verdreef, en het land naar zijn hand wist te zetten. Al snel werden kameraden uit de revolutie, die andere ideeën koesterden aan de kant geschoven, en werd de Islamitische Staat gesticht zoals we die nog steeds kennen. Imam Khomeini, zoals hij tegenwoordig genoemd wordt, had zijn basis in Qom, de stad die uit zijn voegen barst van de vele koranscholen. Khomeini woonde hier ook tot hij in 1989 overleed. Tegen die tijd was zijn systeem gevestigd, en had het land bovendien een acht jaar lange bloedige oorlog uitgevochten met buurland Irak, dat toen volop gesteund werd door de Verenigde Staten, die daaraan de bijnaam Grote Satan overhielden. Imam Khomeini werd begraven in een nieuw gebouwde moskee, halverwege Qom en Teheran. Daar verrijst nu een enorm complex van moskeeën en koranscholen en hotel- en congresfaciliteiten. De minaretten van Khomeini´s mausoleum zijn goud gekleurd. Je maakt hier uiteraard een stop, om dat alles te bekijken. Ook maak je hier even een wandeling naar de enorme begraafplaats áchter dit complex: hier zijn veel van de slachtoffers van de oorlog tegen Irak begraven. Een indrukwekkend monument.
’s Avonds in Teheran strijk je weer neer in hetzelfde hotel als waar de reis begon. Eén keer nog een restaurant met Perzisch eten, veel kebab en rijst, maar ook heerlijke in een saus van walnoten en granaatappel gestoofde kip. En live muziek. Alle ingrediënten voor een feestje, behalve een goed glas wijn: dat drink pas thuis in Nederland weer. Hier neem je voor het laatst een maltbiertje, dat je inmiddels hebt leren liefhebben, of diep bent gaan haten.
Dag 18 Teheren - Amsterdam
Vanuit Teheran vlieg je, vroeg in de ochtend, terug naar Amsterdam.